Rake woorden
Onderstaand essay over de grote cultuurstrijd van Kendrick Lamar verscheen afgelopen vrijdag in de Volkskrant. Het kostte me heel veel tijd om het kloppend te krijgen, en ik ben heel erg trots op het resultaat, dus ik deel de tekst graag met jullie. In de week van de deadline mocht ik ook last-minute het aankomende boek van Sinan Çankaya redigeren en was ik bezig met een film-aanvraag, en hoewel ik soms ‘s avonds moest doorwerken of gefrustreerd raakte, was ik toch intens gelukkig. Uiteindelijk doe ik niets liever dan het pielen met tekst, met betekenis, met het kloppend krijgen. Zelfs nu heb ik nog zin om dingen aan het essay toe te voegen (er is zoveel meer te vertellen over dit onderwerp) of te veranderen, maar ik zal het loslaten. -RL
———————
‘Fuck a rap battle, this a long life battle with yourself.’ Met die zin eindigt de disstrack Meet the Grahams, die Kendrick Lamar op 3 mei 2024 de wereld in slingerde. Lamar was al twee weken verwikkeld in een intense rap battle (een uitwisseling van nummers waarin rappers elkaar naar beneden proberen te halen) met de Canadese superster Drake. Maar Meet the Grahams ging verder dan welke disstrack dan ook.
In zes ijzige minuten richtte Lamar zich direct tot Drake’s ouders, zijn zoon en niet-erkende dochter én zijn rivaal zelf (die eigenlijk Aubrey Graham heet). Hij disste Drake niet vanwege zijn gebrek aan juwelen of bitches, standaard onderwerpen in een battle, maar juist vanwege een gebrek aan moraal: ‘Dear Sandra’ sprak hij Drake’s moeder toe, ‘Sit down, what I’m about to say is heavy, now listen/ Your son’s a sick man, with sick thoughts, I think n****s like him should die/ Him and Weinstein should get fucked up in a cell for the rest of their lives.’ In Lamars ogen was Drake een meestermanipulator en een slechte vader, obsessief bezig met zijn imago en met (minderjarige) vrouwen.
Ik zat in de TGV op de terugweg uit Marseille toen ik Meet the Grahams voor het eerst luisterde. De beheerste monstersnelheid van de Franse trein viel precies samen met de genadeloze kalmte waarmee Kendrick Lamar de psyche van Drake ontleedde. Die laatste zin, waarin hij Drake aanraadt om de strijd met zichzelf aan te gaan, raakte voor mij een kern. Dit reikte inderdaad verder dan een rap battle, zoals de podcasthost Van Lathan op X schreef: ‘Kendrick haat Drake niet alleen. Hij vindt dat Drake de slechterik van onze cultuur is. Hij wil dat alle Drakes voorgoed verdwijnen.’ Ik was al fan van Lamars werk, maar vanaf dat moment was ik geobsedeerd.
Voor aanvang van de battle was de status quo van de hiphopwereld redelijk overzichtelijk. Drake was de meest succesvolle rapper aller tijden, met 13 Amerikaanse nummer 1-hits en het astronomische aantal van 82 miljard Spotify-streams. Met dansbare nummers als Life is Good leek hij precies aan te voelen wat het grote publiek wilde.
Kendrick Lamar doorbrak andere barrières. In 2018 won hij als eerste rapper ooit een Pulitzer Prize, voor zijn conceptalbum DAMN. (2017). De jury prees de ‘virtuoze nummers, verbonden door hun rauwe authenticiteit en ritmische dynamiek, die met hun ontroerende beeldtaal de complexiteit van het moderne Afro-Amerikaanse leven vatten.’ Critici prijzen hem om de ‘elasticiteit in zijn raps’, de ‘adembenemende’ tempowisselingen en stembuigingen. Barack Obama is zijn grootste fan.
Drake deed zijn ding; Kendrick Lamar deed zijn ding. Maar binnen de hiphopgemeenschap borrelde er iets. Steeds meer rappers zagen Drake als een Canadese charlatan die de Amerikaanse hiphop gebruikte voor zijn eigen gewin. Lamar, die zijn rol als vaandeldrager van de hiphopkunst zeer serieus neemt, bekritiseerde Drake op To Pimp a Butterfly (2015) al vanwege het inhuren van ghostwriters.
Dat beeld bevestigde Drake onbedoeld met Taylor Made Freestyle, zijn eerste disstrack in de battle met Lamar, waarin hij door AI gegenereerde stemmen van Snoop Dogg en Tupac (hiphoplegendes uit Lamars thuisstad Los Angeles) gebruikte om zijn rivaal denigrerend toe te spreken. Deze manipulatie werd ondubbelzinnig veroordeeld door de nabestaanden van Tupac: ‘Het misbruik van Tupacs stem tegen Kendrick Lamar, een goede vriend van de nabestaanden, maakt de belediging alleen maar groter.’ Drake haalde de track snel offline.
De beschuldigingen over seksverslaving en compulsieve leugens in Meet the Grahams waren niet nieuw: Drake verzon verhalen over zijn moeilijke jeugd, hoewel hij in de middenklasse van Toronto opgroeide. Hij jaagde telkens fanatiek op hippe zwarte artiesten en (beroemde) vrouwen, om ze vervolgens snel te dumpen. Zijn uiterlijk veranderde vaker dan een kameleon in een verfwinkel. Steeds wanhopiger probeerde de voormalig kind-acteur zich vast te klampen aan zijn imago als stoere rapper.
Ook Lamars bewering dat Drake aan R. Kelly-achtige ‘grooming’ deed, kwam niet uit het niets: Drake had meerdere relaties met vrouwen van achttien jaar, met wie hij in de jaren daarvoor al intensief contact onderhield. Actrice Millie Bobby Brown (Stranger Things) vertelde op 14-jarige leeftijd dat ze regelmatig berichten met hem uitwisselde. In een video van een concert uit 2010 is te zien hoe Drake een 17-jarig meisje op het podium trekt, om haar uitgebreid te kussen en te betasten.
Kendrick Lamar kon het niet meer aanzien. ‘You're not a rap artist, you a scam artist with the hopes of being accepted,’ rapte hij in zijn eerste disstrack Euphoria. En: ‘This ain't been about who the greatest/It's always been about love and hate… now let me say I'm the biggest hater.’ (‘Dit gaat niet over wie de beste is, het gaat over liefde en haat… En ik ben de grootste hater’). Juist omdat Lamar zo’n diepe liefde voor hiphop en de Afro-Amerikaanse gemeenschap voelt, haat hij een ‘bedrieger’ als Drake. En volgens Lamar stond hij niet alleen: ‘It’s not just me, I’m what the culture’s feeling.’ In de tweede disstrack 6:16 in LA verduidelijkte hij: ‘I love peace/But war-ready when the world is ready to see you bleed.’
Het heeft iets heel bevredigends om te zien hoe iemand zijn intelligentie, taalgevoel en muzikaliteit inzet om met hand en tand, zonder enige nuance, te verdedigen waar hij voor staat – en de tegenpartij daarmee omver te blazen. Zeker nu bullebakken overal ter wereld de dienst uitmaken. Steeds meer mensen vragen zich af: hoe moeten we terugvechten? Volgens mij ligt het antwoord in de oprechte strijdbaarheid van Lamar, die al eens rapte: ‘Do you want peace?/Then watch us in the streets.’
Hoewel Lamar bekendstaat als woordkunstenaar en muzikale vernieuwer, schuilt zijn grootste talent in zijn consistentie als verhalenverteller. Elk album is een zorgvuldig opgebouwd narratief vol dubbele lagen: de muziek-podcast Dissect trekt geregeld een uur uit om slechts één enkel nummer te analyseren. Uiteindelijk gaan Lamars verhalen altijd over zijn innerlijke strijd tussen haat en liefde, tussen het straatgeweld waarmee hij opgroeide en de christelijke filosofie van vergeving.
Op Mr. Morale & the Big Steppers (2022), dat vijf jaar na DAMN verscheen, diepte Lamar dat thema verder uit. ‘I’ve been going through something,’ gaf hij in het openingsnummer toe. Wat volgde was een therapeutische bekentenis van zijn imperfecties: zijn seksverslaving, zijn kooplust, zijn leugens – die uiteindelijk allemaal voortkomen uit de lange geschiedenis van Afro-Amerikaans trauma. Maar volgens Lamar draagt iederéén een masker, zeker op social media, waar we ons constant beter voordoen dan we zijn. We moeten allemaal in de spiegel durven kijken: ‘Some put it on the Devil when they fall short/I put it on my ego, lord of all lords.’
In het nummer Savior rapte Lamar: ‘Vladimir making nightmares,’ verwijzend naar de Russische inval in Oekraïne, ‘but that’s how we all think.’ Oftewel: we veroordelen Poetin, maar dat geweld zit ook in ons. De strijd tussen haat en liefde woedt in ons allemaal. Pas als we dat erkennen, kunnen we werkelijk groeien. In dat licht is Lamars woede over Drake’s nepheid en manipulaties beter te begrijpen.
Een dag na Meet the Grahams gaf Lamar de genadeklap met de lichtvoetige disstrack Not Like Us, die zelfs een meezinger over Drake’s dubieuze omgang met minderjarigen bevatte. Drake haastte zich om de beschuldigingen te ontkennen met The Heart Part 6, meer een PR-statement op een beat dan een echt rapnummer. Iedereen, van de BBC tot Rolling Stone, riep Lamar uit tot winnaar van de battle. Not Like Us werd bovendien een megahit waar Lamar liefst vijf Grammy’s voor zou winnen; een unicum voor een disstrack.
Het onmogelijke was gebeurd: Drake, de schijnbaar onaantastbare superster, was gevallen. Precies zoals Lamar had voorvoeld.
Kendrick Lamar was echter nog niet klaar. In november 2024 (een paar weken na de verkiezing van Donald Trump) verraste hij met het album GNX, waarop Drake’s naam bewust geen enkele keer meer werd genoemd. Zoals Lamar rapte in wacced out murals: ‘N***s cackling about (...), while all of y’all is on trial.’ Oftewel: we kunnen wel om Drake lachen, maar hij is slechts een symptoom van een grotere cultuurstrijd.
In het nummer TV Off leek Lamar Trump en Drake over één kam te scheren met de zin: ‘Don’t put your life in these weird n****s hands, baby.’ Net als Drake staat Trump bekend als een narcist en een pathologische leugenaar, die desondanks de massa weet te beroeren. Ook Trump wordt al jarenlang beschuldigd van seksueel misbruik van vrouwen. Het is geen toeval dat Lamar de term ‘weird’ gebruikte, die hij eerder al op Drake en zijn entourage toepaste, maar die dankzij Tim Waltz ook werd ingezet als ontwapenende term voor Trumps MAGA-beweging.
In een zeldzaam interview met Harper’s Bazaar verduidelijkte Lamar wie hij met ‘ons’ in Not Like Us had bedoeld: ‘Mensen die ergens in geloven, die ergens voor staan. Die niemand paaien. Mensen die diep in hun angsten durven te graven en die hun fouten durven te erkennen.’ Oftewel: mensen voor wie kwetsbaarheid geen zwakte is, maar een kracht. Een levensfilosofie die meer dan ooit onder druk staat.
Lamar wierp zich op GNX expliciet op als verdediger van die waarden. Soms moet je opstaan en vechten voor waar je in gelooft, rapte hij al positief agressief in Not Like Us. ‘Somebody gotta do it,’ voegde hij er in TV Off schouderophalend aan toe. Het klinkt alsof Lamar eindelijk de tegenstellingen in zichzelf geaccepteerd heeft. ‘Ik geloof niet dat ik een boos mens ben,’ zei hij in Harper’s Bazaar. ‘Maar ik geloof wel in liefde en oorlog – en ik geloof dat ze allebei moeten bestaan.
In zijn prestigieuze Superbowl-show van afgelopen februari (met een recordaantal van 127 miljoen tv-kijkers) probeerde Lamar het Amerikaanse verhaal te herclaimen. Met president Trump in het publiek zei hij: ‘The revolution’s about to be televised. You picked the right time, but the wrong guy.’ Oftewel: hier sta ik, als eerste rapper ooit. Er hangt dus wel degelijk revolutie in de lucht. Jullie hebben alleen de verkeerde leider gekozen. Lichtjes op de tribune vormden de woorden: ‘Warning – wrong way.’
Vervolgens bracht hij in dit hart van de mainstream Not Like Us ten gehore, zichzelf soepel censurerend bij scheldwoorden, om glorieus in de camera te grijnzen bij de zin: ‘Say Drake - I hear you like ‘em young.’ Die grijns ging niet voor niets viral. Er sprak een kracht uit die hoop gaf. Toen het tijd was voor de meezinger over Drake’s dubieuze voorkeuren, leek het hele stadion – op één man na misschien – mee te blèren. Donald Trump en de andere bullebakken leken nu nog onaantastbaar. Maar er begon al iets te borrelen.
Nog een klein nieuwtje: Hiske Versprille is naast Sinan de tweede gastdocent van de Lente-editie van mijn schrijfcursus! Vet cool. Er zijn nog maar 3 plekjes, maar ik heb de volgende reeksen dus ook al ingepland: rutgerlemm.com/schrijfcursus. Later.