Poort
Tijdens de heenweg van onze eerste gezinsvakantie veranderden we langzaam in een cliché. De plaspauzes, de Franse kindermenu's, de stress om een afslag, de achterbank-ruzies en het meezingen met Ja Zuster Nee Zuster: het kwam allemaal voorbij. Zo rond Dijon begon ik me af te vragen hoeveel van onze vakantiebeslissingen onderdeel zijn van een ritueel dat van generatie op generatie wordt doorgegeven.
Het was heerlijk, zo met z'n vieren in de auto. Eenmaal in de buurt van ons vakantiehuis in de Provence merkten we pas hoe moe we waren. De GPS begon ook te sputteren, waardoor we eindeloos rondjes over de heuvelweggetjes van het Franse wijkje reden. Tot mijn vrouw riep: "Daar! Daar moeten we in!"
Het was een onmogelijke bocht. In een impuls reed ik een korte oprit in, met de bedoeling achterwaarts te keren. De oprit was echter zeer kort en zeer steil, waardoor ik hevig zwetend al mijn hellingproef-skills moest inzetten. Onze oververhitte auto vond het op dat moment echter mooi geweest en sloeg de motor resoluut af. Terwijl ik wanhopig probeerde te remmen zonder rembekrachtiging gleden we tergend langzaam van het hellinkje af, zo tegen een groene poort aan, die we een stukje openduwden, als de T-Rex uit Jurassic Park.
Na veel paniekerig geschreeuw en verbrand rubber kreeg ik de auto weer achteruit het heuveltje op. Toen we daar zaten uit te hijgen ging de poort tot mijn afgrijzen langzaam open, om uiteindelijk twee halfnaakte oudere Fransen te onthullen, die met natte haren en handdoeken om hun middel verontwaardigd onze kant op keken. "Kun jij gaan?" zei ik laf tegen mijn vrouw, die - het moet gezegd worden - veel beter Frans spreekt.
Na me een paar seconden verstopt te hebben, besloot ik me om de kinderen te bekommeren - altijd een perfect excuus - maar daarna werd het onvermijdelijk dat ik mijn boeventronie zou tonen. De man van het stel, die over een imposante grijze baard beschikte, stond het hek te bekijken. Ik voegde me bij hem en maakte excuses. Hij liet kalm zien dat de elektronische arm van het hek verbogen was.
Nadat de volwassenen van de schrik bekomen waren en we gegevens hadden uitgewisseld (ze bleken perfect Engels te spreken), zagen de kinderen hun kans schoon om keihard te huilen. De Fransen stelden voor dat we morgen zouden langskomen om alles af te handelen. We bereikten eindelijk ons vakantiehuis, dat ietwat tegenviel, en voelden ons verschrikkelijk.
De volgende dag reden we door de groene poort ongemakkelijk hun landgoed op. Verborgen in het groen lag een imposante villa, waar Éric en Christianne koffie voor ons zetten en appelsap voor de kinderen inschonken.
"You want to swim? Go swim!" sprak Éric met zijn bombastische Franse accent toen hij de kinderen naar het zwembad zag wijzen. Toevallig lagen onze zwemspullen in de auto, dus even later dobberde ik met mijn uitzinnige kroost in het blauwe water terwijl de rest de verzekeringspapieren invulde. Daarna namen zij ook een duik. Met zijn druipende baard en zijn grote bruine buik leek Éric sprekend op Neptunus.
De dag erna gingen we weer langs om te zwemmen - het was immers bloedheet. Éric bleek als visser op de Franse Antillen te zijn opgegroeid, waarna hij zich had opgewerkt tot eigenaar van een veerbootmaatschappij in Monaco. Christianne was een voormalig journalist. Ze hadden net tien jaar in de Himalaya gewoond, waar ze Ayeurvedische medicijnen hadden gestudeerd. Éric was een soort medicijnman, zo verzekerde hij ons. Christianne was een medium. Ze was ervan overtuigd dat de denkbeeldige vriendjes van onze kinderen eigenlijk de geesten van dode mensen waren.
Éric gaf me een tour door het huis, langs hun peperdure katten, hun cactusverzameling, hun zestien soorten muntplanten en hun schildpad. Ergens diep in het huis woonde Christianne's 90-jarige moeder, voor wie ze het huis gekocht hadden. "Een vreselijk mens," verzuchtte hij. Ze kwam even kijken, maar verdween al snel, teleurgesteld omdat de gasten geen Frans spraken.
In zijn meditatieruimte gebood Éric me in een enorme klankschaal op de twee afgebeelde voetafdrukken te gaan. Daarna liet hij de schaal luid galmen. Het geluid en de vibraties waren overweldigend, kosmisch bijna, en terwijl ik de tranen in mijn ogen voelde prikken verdween het laatste restjes stress van de reis en het ongeluk. Toen ik mijn ogen stiekem opendeed, zag ik Éric in een hoekje in de lotushouding zitten mediteren.
Tijdens de overdadige lunch met olijfolie van hun eigen bomen, vertelde de trotse Éric - die eigenlijk voortdurend aan het woord was - dat ze in de Himalaya hadden geleerd om overal voor open te staan. "Life is a collection of doors," zei hij, "you've got to be willing to open every door!" Hij spreidde zijn handen om deze ontvankelijke mentaliteit uit te beelden. "That's why we broke your door!" durfde ik nu wel te zeggen. Ik hoopte op een proost-moment, maar bij de herinnering aan de materiële schade stokte Érics spirituele aanvaarding toch even. De voormalig kapitein trok een pijnlijke grimas.
Na het eten gaven de kinderen een voorstelling op de trap van het huis. Tegen het einde gebaarde Frenkie dat we bij hen moesten komen zitten, wat we deden, want ze kan erg dwingend zijn. Even later neurieden we onwennig maar overtuigd mee met het zelfverzonnen kinderliedje.
Genoten? Overweeg een donatie via deze link: https://tikkie.me/pay/h3eie22re47tdfl7290t. Hopelijk hadden jullie een goede zomer. Overigens: ik ben momenteel vrij voor opdrachten. Dus sla je slag, opdrachtgevers.