Links
Het was een grimmig jaar. In januari kon ik nog geobsedeerd zijn met het vinden van de perfecte bril, maar ergens in maart, toen Poetin voor het eerst het woord 'kernwapens' in de mond nam, schoten we massaal in een existentiële crisis. Waarom doen we eigenlijk wat we doen? Wat voor nut heeft het eigenlijk allemaal? Op dat moment werden er pas echt goede voornemens gemaakt - of belandden mensen in een puur hedonistische staat.
Voor sommigen waren die vragen niet nieuw; de klimaatcrisis confronteert ons al langer met de haarscheurtjes in ons systeem. Maar nu drong de politiek definitief ieders leven binnen. Prettig naïef van je privileges genieten is nog maar voor weinigen weggelegd. Het voordeel is dat bijna niemand meer in ontkenning kan blijven. Zoals Rainer Maria Rilke ooit schreef: zo verder leven kun je niet.
Ik zette dit jaar definitief de stap naar activisme, zoals ik in mijn vorige stukje schreef. Tijdens de actietraining voelde hoe ik over een drempel heen ging. Daarna was alles mogelijk. Niets doen was geen optie meer, een absurde optie zelfs. Dat bracht ook hoop, solidariteit en levenslust met zich mee.
Rilke schreef die dichtregels over een standbeeld van de torso van Apollo, dat me altijd is bijgebleven omdat onze leraar Duits (meneer Veldhuizen) er zo gepassioneerd over vertelde. Voor Rilke was de schoonheid van het standbeeld confronterend en inspirerend tegelijk. Het leek hem te zeggen: je moet je leven veranderen.
Het is vreemd, maar ondanks alles - of juist vanwége de shitzooi waar we in zitten - ben ik nooit zo gelukkig geweest als afgelopen jaar. Dat komt deels door mijn familie, deels door mijn leeftijd en deels door mijn uitstekende psycholoog, maar ook voor een groot deel door de kunst die Rilke zo inspireerde. Na twee jaar corona geniet ik met volle overgave van live uitvoeringen, met name theater. Tijdens de laatste lockdown las ik mijn favoriete boek van het jaar, een van mijn favoriete boeken ooit, dat veel invloed heeft gehad op hoe ik nu in het leven sta: On Freedom van Maggie Nelson.
In deze end times is kunst en alle emoties die het losmaakt, belangrijker dan ooit. Dat is ook het onderwerp van mijn favoriete serie van het jaar, Station Eleven, over een Shakespeare-gezelschap dat door een post-apocalyptische wereld trekt, nadat de beschaving werd weggevaagd door een dodelijk virus. Je zou denken dat kunst niet boeit als je aan het overleven bent, maar verhalen vertellen is ook overleven. Ik heb Thom Yorke nodig die op het fantastische album van The Smile zingt: "Somebody lead me out the darkness."
In de keuken van The Bear - de meest stressvolle serie ooit - is er geen ruimte voor dat soort pretenties. Toch verliezen de werknemers van de kleine broodjeszaak zich regelmatig in de hemelse smaak van een donut of een risotto (hun gezamenlijke eten voor hun shift noemen ze 'family dinner'). Ik verloor me ook in de serie Years and Years, over een dystopische nabije toekomst, maar vooral over de kracht van familie en activisme (keihard huilen). En natuurlijk in het laatste seizoen van mijn ultieme favoriet Better Things, over gekozen familie en veilige thuishavens voor iedereen - of je nou queer, boze puber of Republikeins bent (nog keiharder huilen).
Ik verzamelde zelf mijn gekozen familie en echte familie om met mijn liefste Maartje te trouwen. Nu ik weet dat je zoveel liefde in één enkele dag kan duwen, wil ik het elk jaar opnieuw doen.
De dag voor mijn bruiloft mocht ik voor onze podcast praten met comedy-held Mike Schur. Het lukte me meerdere keren om hem aan het lachen te maken. Tijdens onze mini-huwelijksreis zagen we zonder enige voorkennis de film van het jaar Everything Everywhere All At Once, wat een uitstekende manier was om de laatste emoties van de bruiloft eruit te spoelen. Over therapie gesproken: het verslavende album Mr. Morale & The Big Steppers van Kendrick Lamar, één lange therapiesessie en een pleidooi voor kwetsbaarheid en verbinding.
Maar het hoogtepunt van het jaar was misschien wel de zomer, toen we met ons gezin naar Sardinië en Turijn reden, van ruilhuis naar ruilhuis. We waren al met z'n vieren fan van de end times-liedjes van Bo Burnhams comedyshow Inside (waar dit jaar de al even briljante outtakes van werden uitgebracht), maar nu ontdekten we de laatste plaat van Lucky Fonz III met hits als 'Praat erover' en 'Toedeloe', die kinderen en volwassenen evenveel plezier bezorgen. Als we onderweg naar Lyon met z'n allen keihard meeblèrden met Lucky's klassieker 'Linde met een E' ("Lindeeeeeeeeee, Lindeeeeeeeeee, jajajajajahaha") was ik zo zacht als een Frans kaasje.
Mijn god, wat hou ik van de Middellandse Zee. Op het strand verloor ik me in de familiekronieken van Crossroads van die dekselse Jonathan Franzen en in Revolusi van David van Reybrouck, waarin mijn eigen veteranen-opa Stef Horvath over de Nederlandse oorlogsmisdaden in Indonesië geciteerd wordt. Toen Nederlandse toeristen op een middag plots massaal ons Sardijnse strandje op stroomden en zonder enig gevoel voor hun omgeving plekken begonnen te claimen, ging de ironie niet aan me verloren.
Ik dacht dit jaar, met maar héél licht gevoel voor overdrijving, dat ik het prima zou vinden als ik de rest van mijn leven genoeg geld zou verdienen om boeken en kaartjes voor andermans kunst te kunnen kopen. Om precies te zijn dacht ik dat op een zaterdagmiddag tijdens de kindervoorstelling 'Nietes' met mijn idool Kim Karssen die ik met mijn zoon bezocht en waar ik - ja wederom - van moest huilen. 'Lady Chatterley's Lover' van De Warme Winkel confronteerde me op een hartverscheurende manier met mijn privileges als heteroman, 'BAAAAAA' van Circus Treurdier was virtuoos tot op de vierkante centimeter.
Ik zag voor het eerst Kendrick Lamar live, in Berlijn nog wel, de stad die me zo dierbaar is. Uiteraard bezochten we ook een concert van Lucky Fonz, waar we keihard meeblèrden met zijn hits en ik terugverlangde naar de tijd toen Kriterion nog mijn stamkroeg was. Ik hoorde duizenden ontheemde twintigers meezingen met Phoebe Bridgers: "Jesus Christ I'm so blue all the time. That's just how I always feel - I always have and I always will."
Toen ik zelf nog een twintiger was maakte ik weleens de grap: ik heb zoveel gezien in dit leven. Friends bijvoorbeeld, allemaal gezien. The Sopranos heb ik gezien. The Wire, alles van gezien. Enzovoorts. De grap werkte omdat ik toen niet ten volle leefde. Ik bleef vaak hele dagen binnen terwijl ik het leven aan de mensen op mijn scherm overliet. Destijds kon ik me niet voorstellen dat ik ooit zou trouwen, of dat ik een snelweg zou bezetten. Of dat ik een serie over die periode zou schrijven met mijn beste vriend, die zich afspeelt in Berlijn. In die tijd fantaseerde ik vooral, de realiteit was te eng.
Nu probeer ik het allebei te doen: me zoveel mogelijk verliezen in de verhalen van anderen, in boek-, lied-, serie-, film-, podcast-, concert- en theatervorm, maar ook zélf ten volle, met zo min mogelijk angst en zoveel mogelijk hoop, in het leven te staan. Tijdens een dag met mijn dochter bijvoorbeeld.
We moeten veranderen. Zo verder leven kunnen we niet. En het goede nieuws is: we kunnen veranderen. Met een beetje hulp van de kunst. Uiteindelijk is dat namelijk het mooiste wat er is. Zoals Big Thief zingt in 'Change' van het album Dragon New Warm Mountain I Believe In You: "Change. Like the wind. Like the sky. Like the leaves. Like a butterfly." En dat is dan ook meteen mijn album van het jaar.
Fijn 2023 allemaal.
Liefs,
Rutger
Ik schreef dit jaar 17 stukjes, waaronder m'n best gelezen (en toevallig ook zeer haatdragende) stukje ooit. 17 is ook mijn geluksgetal. Ik ben oneindig dankbaar voor deze uitlaatklep en de vrijheid van deze vorm. Dat is dankzij jullie, mijn abonnees. Sommigen van jullie gaven al eens een donatie, soms belachelijk royaal, soms een wat realistischer bedrag, waarvoor hoe dan ook dank. Voor degenen die dit jaar nog niet doneerden, geef ik met deze open Tikkie de kans om dat alsnog te doen. Dat is dan ook meteen de laatste link van dit stukje.