Ecstatic dance
In de film Good Luck To You, Leo Grande (2022), over een oudere vrouw die nog nooit een orgasme heeft gehad (geweldig gespeeld door Emma Thompson) en een aantal keer een sekswerker genaamd Leo Grande (de prachtige Daryl McCormack) bezoekt, zit een scène die mij onverwachts raakte. Tijdens een sessie komt het personage van Thompson niet helemaal los, waarop Leo muziek aanzet en nonchalant begint te dansen. Na een paar ongemakkelijke pasjes glijdt er iets van haar af en dansen ze samen door de kamer.
Waarom ontroerde dit mij, terwijl ik toch duidelijk niét een oudere vrouw ben die nog nooit een orgasme heeft gehad? Er zat iets in haar stijfheid, het onvermogen om het denken uit te zetten en gewoon te gáán, wat ik herkende.
Iemand die hier geen last van heeft, is mijn dochter. Ze danst graag en veel, met een overgave waar ik ademloos naar kan kijken. Soms herken ik een popster-achtige heupbeweging (ze is vijf jaar oud) of een danspas, maar vervolgens glijdt ze moeiteloos in iets totaal onnavolgbaars, iets wat tart met alle wetten der menselijke beweging.
De avond voordat ik voor het eerst naar ecstatic dance zou gaan, vroeg ik haar dan ook om advies. “Oké, doe mij maar na pap,” zei ze terwijl ze vol zelfvertrouwen voor me ging staan. Ik volgde haar moves, eerst wat onwennig, maar al snel zonder scrupules. We lachten extatisch naar elkaar.
De volgende ochtend stond ik op blote voeten in het ruim van een koud, veganistisch schip, samen met vele andere witte dertigers en veertigers, een bonte mix van moderne hippies en zelfontwikkeling-geobsedeerde yuppen, of misschien is dat tegenwoordig hetzelfde.
Maar ik probeerde niet te oordelen en dicht bij mezelf te blijven, terwijl de DJ/ceremoniemeester ons door een ademhalingsoefening begeleidde en ons sommeerde om langzaam door de ruimte te lopen, zodat we aan elkaars aanwezigheid konden wennen. Zoals de regels voorschreven waren we allemaal nuchter en werd er niet gepraat.
Toen begon de muziek. Ik vond een plekje aan de zijkant en sloot mijn ogen. Niet ver hiervandaan had ik onlangs deelgenomen aan een truffelceremonie, in een appartement met een schitterend balkon, waar ik een tijd (vijf minuten of een uur) naar het water had zitten staren, hetzelfde water waar deze boot in lag, en dat hielp ongetwijfeld om me te laten meevoeren met het ritme en de melodie die nu mijn oren bereikten. Ik begon met mijn ogen dicht langzaam heen en weer te bewegen, als door water.
Na tien minuten gebeurde er iets wat ik niet had verwacht: de esoterische muziek ging plotseling over in de superdikke beat van Teardrop van Massive Attack, een nummer dat volledig bij mijn smaak aansluit, waar ik ook ooit tijdens een festival in België op had staan dansen, waardoor ik definitief de trossen los kon gooien. Ik liet mijn armen dingen doen die ik normaal nooit op de dansvloer zou durven.
Ik had me voorgenomen om de volle twee uur op de dansvloer te blijven, om mezelf geen uitweg te gunnen, en dat werkte, want nu moest ik uit elke muziekstijl iets halen, ik moest mijn lichaam blijven volgen, wat het ook wilde. Ik danste stoer, ik danste vrouwelijk, ik danste wild, ik liet mijn handen over mijn eigen lijf glijden. Als ik het even niet wist, stelde ik voor dat mijn dochter voor me stond, hoe zij zou bewegen en lachen, en dan deed ik dat na.
Natuurlijk lag het ego en het daarbij behorende overmatige zelfbewustzijn telkens op de loer, zeker als ik in de buurt van mooie vrouwen danste, of in het midden van de sessie, toen stelletjes en nieuwe paren traag en intiem tegen elkaar begonnen te bewegen, maar ook dat oude gevoel van verlangen, eenzaamheid en uitsluiting kon ik redelijk kalm observeren, en uiteindelijk weer van me af dansen toen het tijd was voor snoeiharde drum & bass.
Na afloop zat ik dus bezweet en, ja, extatisch in de grote cirkel de handen van de mensen naast me vast te houden. Het was goed geweest. Bevrijdend, misschien wel. Good Luck To You, Leo Grande. Ik besloot om ook nog even naar de sauna op het dek van het veganistische schip te gaan.
Op weg naar de kleedkamer merkte ik echter dat de overweldigende muziek langzaam werd vervangen door iets anders: de kakofonie van gekeuvel. Al snel drongen de identiteiten van anderen zich weer aan me op. Ik liep langs een jongeman met een snor en een mutsje op, die ontspannen tegen een deurpost leunde en tegen zijn gesprekspartner zei: “Ik heb gewoon zo lang in mijn yin gezeten, zeker sinds mijn burn-out, maar ik merk dat ik nu écht meer voor mijn yang moet gaan. En dat heb jij ook echt nodig vind ik.”
De sauna was een klein houten hokje. Zodra het mijn beurt was, glipte ik in mijn onderbroek naarbinnen. “Hey, don’t leave the door open for so long, respect the sauna etiquette!” zei een man met een lage stem en een lange yogabaard en de zes andere aanwezigen lachten, hoewel me niet duidelijk was wat precies de grap was.
Er werden veel grappen gemaakt terwijl we daar op elkaar gepakt zaten te zweten, maar eigenlijk is het woord ‘grap’ te veel eer. “We’re like bees in a beehive!” zei iemand, tot grote hilariteit. “We should sell our saliva — because that’s what honey is you know, bee saliva!” Nog meer gelach. “I’m with The Beatles, I say: let it bee!” Mensen kwamen niet meer bij. Godzijdank zei iemand toen: “I’m sorry, but can we make this a silent space please?”
De woordcombinatie ‘silent space’ verdiende onmiddellijk respect, dus iedereen hield zijn bek. Maar na, ik zweer het je, nog geen vijf seconden, begon iemand zacht een toon te neuriën. Al snel voegde iemand er een tweede toon aan toe, tot de hele groep met gesloten ogen een geïmproviseerde, woordeloze melodie door de kleine ruimte deed galmen.
Op dat moment ging de saunadeur open en vroeg iemand: “Hey, did I leave my glass of water in here?” Al neuriënd schudde men het hoofd. Zodra de deur dicht was zette één van de halfnaakte saunabezoekers in: “No glaaaaaassss”. De anderen glimlachten en volgden meerstemmig: “Mmmmmm no glaaaaasss”. Na een paar herhalingen zong iemand: “We haven’t seeeeeen it”, waarop de groep weer in luid lachen uitbarstte. Dat was mijn teken om op te staan en de sauna te verlaten.
Nadat ik een ijskoude duik van het schip had genomen, merkte iemand achteloos op: “Er ligt verderop trouwens een Dixi-toilet in het water.”
De jongeman met de snor en het mutsje stond nog op exact dezelfde manier tegen zijn deurpost geleund, maar nu met een ander iemand voor zich. “Ik vind het echt zó fijn om jou te zien,” sprak hij onoprecht. “Ik ga deze ontmoeting in een doosje doen en meenemen naar huis.” Bedoelde hij dat hij hier later op ging masturberen, met al zijn yang-energie? Ze omhelsden elkaar innig.
Eenmaal buiten merkte ik dat ik spierpijn had, maar lekkere spierpijn. Net zoals het ook lekker was om te merken dat ik andere mensen nog steeds belachelijk kon vinden, ondanks mijn egodood. Ook dat is ecstatic dancing: losjes met de realiteit omgaan, zwemmend tussen de drollen door, op zoek naar de mensen met wie je door de kamer wil dartelen.
Je kunt voor dit stukje groot of klein doneren via deze Tikkie-link. Ondanks mijn liefde voor Buttondown ga ik de nieuwsbrief binnenkort verhuizen naar Substack denk ik. Voorlopig post ik daar mijn beste stukjes van de afgelopen 7 jaar, om er een beetje in te komen. Verder niet veel te melden. De schrijfcursus is erg gezellig en loopt goed. X