De jongen met de rode tas
In plaats van me te haasten, besloot ik onderweg naar mijn kantoor te stoppen en de belangrijke video call (ja ik doe tegenwoordige belangrijke video calls) in een koffiezaakje te doen.
Nu kon ik in alle rust en zonder gehijg en voorhoofdzweet het woord voeren. Ergens tegen het einde van mijn call begonnen de andere mensen in de call echter te klagen over een zoemgeluid dat van mijn koptelefoon bleek te komen. De stress sloeg alsnog toe en in een impuls deed ik mijn koptelefoon uit, waardoor het koffiezaakje gevuld werd met de blikkerige stemmen uit mijn laptop.
"Nou ja zeg, dit kán toch niet!" zei een van de twee vrouwen van middelbare leeftijd aan het tafeltje verderop. Ik deed het geluid zachter, maar stak ook een vinger op waarmee ik aangaf dat ik nog éven nodig had. "Het is hier niet jouw kantoor!" snoefde de vrouw en eventjes besefte ik dat ik nu zelf de zakenlul was geworden waar ik me vroeger aan ergerde, waarna ik mijn uiterste best deed om naar de woorden van de casting director op mijn scherm te luisteren.
Toen alle belangrijke besluiten waren genomen en mijn call was afgerond, stond ik op om mijn excuses aan te bieden. "Dit was ronduit onbeschoft!" zei de vrouw. Haar vriendin knikte verontwaardigd mee. "Klopt, het kon even niet anders, maar toch, sorry." "U heeft geen manieren!" "Nou ja, meestal wel, maar u heeft gelijk, nu niet." De vrouw testte mijn beleefheids-limiet tot het uiterste.
Misschien dat ik daarom extra open stond toen ik even later mijn fiets bij de broedplaats parkeerde en er een jongen van een jaar of twintig, met een buideltasje en een petje, op me af kwam. "Meneer, mag ik u wat vragen?" "Ja hoor," zei ik. "Kunt u misschien wat wiet voor me halen bij die coffeeshop daar? Ik heb mijn ID niet bij me en ze geloven niet dat ik achttien ben."
Voor ik het doorhad zei ik: "Tuurlijk, waarom niet." Als jongeren bij een supermarkt aan me vragen of ik drank of sigaretten voor ze wil kopen zeg ik ook altijd ja, omdat ik als tiener vaak aan de andere kant heb gestaan en weet hoe zenuwslopend het is om zoiets te vragen. Bovendien vind ik het niet aan mij om hen van gezondheidsadviezen te voorzien. De jongen bedankte me en gaf me zijn pinpas. "Twee gram Super Silver. Ik heb straks een sollicitatiegesprek voor me stage weet je. Moet een beetje rustig worden." "Niet te veel roken dan hè." "Nee nee."
Voor de coffeeshop stond een reusachtige uitsmijter, strak in het pak, met een bolhoed op. Hij bekeek me net iets te lang en liet me met tegenzin binnen, zo leek het. Maar de wiet kreeg ik zonder problemen mee en het contactloos betalen verliep vlekkeloos.
De jongeman stond niet op de afgesproken plek. Opeens zag ik hem om de hoek wenken. "Kom kom, die gast loopt achter je," siste hij. En inderdaad, toen ik omkeek zag ik dat de angstaanjagende security-medewerker me traag door de straat volgde. De jongen liep het terrein van onze broedplaats op, waar ik hem de wiet en zijn pas gaf. "Ik zou snel naarbinnen gaan," zei hij en hij ging ervandoor.
Ik haastte me naar ons kantoor, het digitale slot vervloekend terwijl ik steeds over mijn schouder keek, maar ik kwam binnen zonder dat ik iemand zag. Enigszins opgelucht stond ik mijn tas uit te pakken, tot ik uit het raam keek. Daar stond de in het zwart geklede uitsmijter omineus naar me te staren. Hij liep naar het raam en wenkte me: "Kom buiten praten."
Ik probeerde nog te doen alsof ik van niks wist, maar hij zei: "Jij bent jongen met de rode tas." Eenmaal buiten zei de uitsmijter op zakelijke toon: "Jij meekomen. Wij praten." Op dat moment ging er een raam open, waar een van de leden van theatergroep De Warme Winkel (die naast ons een kantoor hebben), zijn hoofd door naarbuiten stak.
"Wat is hier aan de hand?" vroeg hij op gewichtige toon. "Die jongen komt mee praten," zei de uitsmijter. "Wie zegt dat? Jij hebt helemaal geen jurisdictie hier!" sprak de befaamde theatermaker met bombastische stem. Ik werd vervuld met dankbaarheid.
Snel legde de situatie aan hem uit. "Oké," knikte hij vanuit het raam, "maar je hoéft echt niet mee te gaan. Als je dat maar weet. Tenzij je een goed verhaal wil." Ik besloot mee te gaan. "Bel de politie als ik over twintig minuten niet terug ben," zei ik half grappend.
Onderweg naar de coffeeshop zweeg de uitsmijter. Ik moest buiten wachten. Zou ik nu naar een kamertje moeten, waar ik in elkaar geslagen zou worden? Er verscheen een mannetje met gemillimeterd haar, in een iets te groot pak, echt een Amsterdamse patjepeeër. De uitsmijter deed veel te uitgebreid verslag: "Ik zie jongen met rode tas. Hij lopen naar andere jongen. Ik zie hij geeft de wiet aan hem." Het mannetje knikte, een tikkeltje verveeld.
Vervolgens wendde hij zich tot mij. "Kijk, jij bent een nette jongen. Dus je hebt het niet expres gedaan. Maar wat je gedaan hebt, is eigenlijk straatheling. En daar staat gewoon een celstraf op." Ik besloot dat dit niet het moment was om in discussie te gaan. "Plus, wij willen de buurt een beetje netjes houden." Ik knikte, iets meer ontspannen maar ook schuldbewust. Net als bij de mevrouw in het koffiezaakje.
"Ik weet niet of je hier weleens wiet haalt, maar ik ga je wel vragen om hier vier maanden niet meer te komen," sloot de manager af. "Ik snap het," zei ik. "We hebben hier ons kantoor om de hoek, dus wij willen ook dat de buurt netjes blijft." "Oh dus je bent een van de buren!" zei hij plots verheugd. "Onze buren zijn belangrijk voor ons! Goed weet je wat? Dan maken we er vier weken van." We schudden elkaar de hand en ik mocht gaan.
Verbannen uit de coffeeshop. Ik moest denken aan Seinfeld, aan de aflevering waarin Kramer 'banned for life' is bij de groenteboer. "That's it, you're banned!" roept de groenteboer naar Kramer als-ie te veel klaagt over de perziken.
Eenmaal terug bij de broedplaats klopte ik aan bij De Warme Winkel om me veilig te melden. "Ik ben oké," zei ik. "Maar ik heb een vraagje. Kan één van jullie misschien wat wiet voor me halen bij die coffeeshop daar?"
Ik ben terug van lang weggeweest. Daarom krijgen jullie twee stukjes in één. Op deze heb ik lang zitten broeden joh. Ik ben dus bezig geweest met onze Europese comedyserie, die inmiddels de naam This Is Gonna Be Great draagt, en in het najaar op tv komt. Ik zal er de komende tijd nog wel meer over berichten. Voor nu rest me niets anders dan de traditionele Open Tikkie-link bij te voegen, voor een vrijwillige donatie voor dit stukje: https://tikkie.me/pay/oilr1kppq5470lqo2j9m.
Je kunt je uitschrijven, of iemand anders inschrijven:
x