Kieskeurig
Ik ontdekte dat je je in Parijs niet hoeft te schamen voor je culinaire kieskeurigheid.

Na mijn verhuizing naar Parijs werd ik niet plotseling kieskeurig op mijn eten. Dat was ik al eerder. In Nederland liep ik gerust een half uur naar die éne lekkere bakker. Groenten en fruit kocht ik het liefst op de markt. En als een café ooit de euvele moed had me slechte koffie te serveren, kwam ik er nóóit meer terug.
In Parijs is dat soort gedrag een stuk normaler dan in Nederland. Net als meer Parijzenaars heb ik een lijstje in mijn hoofd van de beste plekken: waar het brood het meest smaakvol is, waar je het sappigste fruit kunt halen en waar je goede koffie drinkt (en waar absoluut niet). Wat dat betreft hoefde ik niet echt te integreren. Ik dacht niet dat ik nóg kieskeuriger zou worden.
Maar dat werd ik wel.
Het begon zo onschuldig, mijn zoektocht naar een thee om mee wakker te worden. Je hebt hier verschillende theewinkels, van het luxe en klassieke Mariage Frères tot het meer toegankelijke Palais des Thés. Loop je zo’n winkel binnen, word je met koninklijke hoffelijkheid geholpen. Dat maakt het bijna onmogelijk de winkel te verlaten zonder iets te kopen. Voor ik het wist, had ik een nieuwe favoriet: een groene jasmijnthee, die je zet met water van precies 75º. Het duurde dan ook niet lang voor ik een thermometer had, zodat mijn theewater altijd de perfecte temperatuur heeft.
Daar stopte het niet. Inmiddels geef ik de voorkeur aan koffie uit India boven die uit Brazilië. Ik heb liever robusta dan arabica. Over zetmethodes kan ik net iets te lang doorgaan. Ik heb zelfs een mening over koffie uit een mok, glas of kopje.
“Sorry,” zei ik tegen een Franse vriendin, toen we het over koffie hadden, “ik ben nogal een koffiesnob.”
Ze keek me niet-begrijpend aan. “Een snob? Dat is helemaal niet waar. Je weet gewoon wat je lekker vindt. Dat is iets goeds.”
En daar had ik zomaar een verschil tussen Frankrijk en Nederland te pakken. In Nederland voelde mijn kieskeurigheid overdreven; als iets waarvoor ik me moest verontschuldigen. In Frankrijk mag je er juist trots op zijn. Dat doe ik dan maar. Gunst, ik schrijf er zelfs een column over.